Zondag 17 april 2011 (Meknes)

Na een korte nacht waarbij sommigen ook nog wakker werden van het prachtige ochtendgebed van half vijf, stond er een heerlijk ontbijt voor ons klaar. Om half tien zaten we allemaal weer fris en fruitig in de bus om naar de Necropolis Chellah te gaan. Maar eerst was er tijd voor een tussenstop bij het paleis van de koning in Rabat. Helaas mochten we het paleis niet binnen, maar de buitenkant was ook erg fascinerend. De koning heeft in veel Marokkaanse steden een paleis maar het paleis in Rabat is officieel zijn residentie. Na het paleis gingen we door naar de Necropool Chellah. De toegang tot de necropool was een Almohadische poort met een hoefijzer boog en twee torens. De bouwer, Abou El-Hassan (1339), staat boven de boog gekalligrafeerd. Om wat meer te weten te komen over Chellah, want ook voor de docenten was het de eerste keer, werden we rondgeleid door een gids. Hij was niet altijd goed te verstaan, maar jaartallen opnoemen kon hij als de beste. De gids vertelde dat er overblijfselen zijn van de Romeinse nederzetting Sala, en dat er later Arabieren zijn komen wonen. Er was een madrasa, een koranschool, die gebouwd was op Romeinse resten. Overal waren de Arabische versieringen terug te vinden.Vanaf ongeveer de 13e eeuw werd er een 'dodenstad' gemaakt. Naast de resten uit de Romeinse en vroeg islamitische tijd, waren er graven. Er waren ook koepelgraven van maraboets, een soort heiligen. Bijzonder aan de Necropool vonden wij ook de ooievaars die er verbleven. Dit zou je niet verwachten, maar door de aardbeving in 1755 die de stad tot de grond gelijk maakte zagen de ooievaars de kans zich te nestelen in de hoge pilaren die er nog over waren. Verder hebben wij tijdens de rondleiding mooie foto’s kunnen maken van de mooie bomen en planten die er waren. Na een teleurstelling dat niemand naar de wc kon, omdat deze gerenoveerd word, konden we door naar het Mausoleum van Mohamed V. Het mausoleum staat op een groot plein, waar eigenlijk een moskee had moeten komen die groter was dan die van Cordoba in Andalusie. Het is gebouwd rond 1200 en nooit afgemaakt. Aan de ene kant van het plein staat het Mausoleum en aan de andere kant de Hassantoren. De Hassantoren is de onvoltooide minaret van wat de grootste moskee had moeten worden. Alhoewel de toren maar 44 meter hoog is (domtoren =110m) viel hij goed op en leek hij hoger dan de domtoren. Dit keer mochten we (eindelijk) zonder begeleiding rond lopen. In het Mausoleum was het graf te vinden van Mohammed V, de vader van de Marokkaanse onafhankelijkheid en de opa van de huidige koning Mohamed VI. Het graf was versierd met heel mooie mozaïeken en teksten uit de Koran. Bij het graf zit ook 24 uur per dag iemand om uit de Koran voor te lezen (Mohammed V is 50 jaar geleden overleden).
Je zult denken dat het eind van de dag in zicht is, maar dit is een echte studiereis en dus vertrokken wij al om half 1 vanaf het Mausoleum. Op naar Meknés!! Maar gelukkig wist Mohammed een restaurant waar wij onderweg konden eten. En met een gevulde maag zagen we de busreis van twee en een half uur positief tegemoet. Onderweg zijn we nog gaan pauzeren bij een tankstation waar ze echt goede koffie hadden. En om het ook daar een beetje educatief te houden deden we nog een spelletje om de namen beter te onthouden.
Eenmaal aangekomen in Meknés konden we inchecken in het hotel waar we 3 nachten zullen verblijven. Sommige hadden al genoeg gezeten in de bus en kozen voor een gezonde wandeling door de buurt om wat te gaan winkelen. Meknes is de vijfde stad van Marokko en is bekend om de olijven en de wijn.
En om acht uur hadden we (weer) honger en kregen na een lekkere, ondefinieerbare, soep een tajine met rundvlees en groente en voor de vegetariërs een gebakken ei van een Marokkaanse kip met groente en aardappels.
Na het eten heeft Mohammed nog even voor ons een privé discotheek geregeld. Natuurlijk wel tot 12 uur, want morgen staat weer een lange maar bijzondere dag tegemoet.
Marokkaanse groeten, Michel Uittenbosch, Sigrid Voorhorst, Marit Dekker.